ZINspelen: spelenderwijs zinnen maken

Kinderen met (een vermoeden van) een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben moeite met de grammaticale regels van taal. Hierdoor maken zij kortere zinnen en vaker fouten dan kinderen zonder TOS. Ook duurt het langer voordat deze fouten verdwijnen. Uit eerder onderzoek blijkt dat kinderen deze achterstand nog steeds hebben wanneer zij een peuterbehandelgroep voor kinderen met TOS verlaten. Onderzoekers en professionals van Auris en NSDSK hebben hun krachten gebundeld in het project ZINspelen. Samen hebben zij onderzocht of de grammaticale vaardigheden van kinderen binnen de peuterbehandelgroep effectiever gestimuleerd kunnen worden.

Lees voor

Doelstelling

Het doel van het project ZINspelen was om logopedisten en pedagogisch behandelaars handvatten te bieden om de grammaticale vaardigheden van peuters op de behandelgroepen effectiever te stimuleren. In het project is een nieuwe interventie ontworpen. Hiermee konden pedagogisch behandelaars behandeling geven aan groepjes van twee tot vier kinderen met grammaticale problemen.

Opzet onderzoek

Samen met logopedisten en pedagogisch behandelaren ontwikkelden wij een interventie en een training. De training had als doel de pedagogisch behandelaren te leren hoe zij de grammaticale ontwikkeling van peuters konden stimuleren. Daarnaast was er ook een training voor logopedisten. Zij hadden tijdens de interventie een coachende rol.
Het onderzoek bestond uit twee delen. Eerst kregen de kinderen acht weken de ‘gebruikelijke zorg’. Dat betekent dat zij de zorg kregen die ze normaal ook kregen op de behandelgroep. Daarna volgde een periode waarin de interventie werd toegepast. De interventie bestond uit een reeks behandelingen. Tijdens de behandelingen (of ‘lesjes’) werden grammaticale structuren geoefend in groepjes van twee tot vier kinderen. De interventieperiode duurde ook acht weken. In totaal duurde het onderzoek dus zestien weken.
De grammaticale vaardigheden van kinderen werden op drie momenten gemeten. De eerste meting was bij de start van het onderzoek. De tweede meting was na acht weken ‘gebruikelijke zorg’. De derde meting was aan het einde van het onderzoek, dus na acht weken interventie. Vervolgens hebben we gekeken of kinderen de grammaticale structuren die ze geoefend hadden meer waren gaan gebruiken. Ook bekeken we of zij langere en complexere zinnen maakten.

Resultaten

Uit de resultaten bleek dat de kinderen zowel tijdens de gebruikelijke zorg, als tijdens de interventie vooruit gingen in hun grammaticale vaardigheden. In beide periodes werden de zinnen van de kinderen langer en complexer. Daarnaast gebruikten zij na afloop van de interventie de grammaticale structuren die ze geoefend hadden vaker in hun spontane taal. Hetzelfde gold echter ook voor grammaticale structuren die ze niet geoefend hadden. De kinderen gingen in de interventieperiode niet meer vooruit in hun grammaticale vaardigheden dan tijdens de gebruikelijke zorg. Hierdoor kunnen we niet met zekerheid zeggen of de vooruitgang door de interventie komt.
De logopedisten en pedagogisch behandelaars die meededen aan het onderzoek hebben na afloop de training en de interventie geëvalueerd. Uit de evaluatie bleek dat de professionals enthousiast waren over de interventie. Zij gaven aan dat de interventie hun kennis en bewustzijn van de grammaticale ontwikkeling had vergroot. Daardoor konden ze hun taal beter aanpassen op het grammaticale niveau van de kinderen. Ook gaven ze aan dat de behandelingen goed aansloten op het niveau en de interesses van de kinderen. Sommige professionals benoemden echter ook dat er veel materialen nodig waren, en dat de behandelingen soms intensief waren in combinatie met de rest van het dagprogramma.

Voor de praktijk

Binnen de peuterbehandelgroep wordt momenteel (vaak) niet gericht gewerkt aan de grammaticale ontwikkeling. Dit gebeurt wel tijdens individuele logopedie, maar vaak dus nog niet op de groep. Dit project wilde daar verandering in brengen.

Meer weten?

Dit project was een samenwerking tussen de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) en de Koninklijke Auris Groep.
Wilt u meer weten over het onderzoek? Neem dan contact op met team onderzoek.