• Vertel eens, wat is dat TOS?

Vertel eens, wat is dat TOS?

In een boodschap voor ouders en andere belangstellenden/betrokkenen is het belangrijk geen schuldgevoel op te roepen, de kern te raken en duidelijk te maken wat een TOS inhoudt. Daarnaast is een realistisch perspectief belangrijk.

Download de folder
Lees voor
Wat is de oorzaak?

Wat is de oorzaak?

Oorzaak is deels nog onbekend
Genetisch (soms erfelijke) component
TOS zit in het brein:

  • Neurobiologisch ontwikkelingsstoornis
  • Taal-leervermogen is aangedaan
  • Zwak verbaal (werk)geheugen

Er is niet 1 aanwijsbare oorzaak, maar een uitsluitingsdiagnose.

Meer informatie.

Praatplaat over de mogelijke oorzaken van TOS
Aantallen

Aantallen

  • Best vaak:
    • 1 op de 20 kinderen.
    • Meer dan autisme of dyslexie
  • Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes
    • Verhouding 3:1
    • Verklaring: hersenontwikkeling bij jongens verloopt trager dan bij meisje.

Meer informatie:

  • TOS komt best vaak voor, meer dan ASS of dyslexie: rond 1 op de 20 kinderen heeft een TOS.
  • TOS komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes (verhouding ongeveer 3:1), de verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de hersenontwikkeling bij jongens trager verloopt dan bij meisjes (de myelinisatie: de opbouw van de isolatielaag rond de zenuwvezels).
  • TOS is een heterogene stoornis: kinderen kunnen problemen hebben met spraak (fonologie of spraakmotoriek), met taalbegrip of taalproductie of met combinaties daarvan.
Waarom is het zo onbekend?

Waarom is het zo onbekend?

  • TOS zit niet in het medisch circuit
  • Er wordt relatief weinig onderzoek naar gedaan
  • Er zijn geen ‘beroemde’ mensen met TOS, zoals bij dyslexie en autisme.
  • Het is een onzichtbare handicap.
Waar merk je het aan?

Waar merk je het aan?

  • Taalontwikkeling verloopt heel langzaam
  • Slechte verstaanbaarheid
  • Moeite met het begrijpen van taal
  • Moeite met spreken in goede zinnen (zwakke morfologie en zinsbouw zijn een kernprobleem van TOS)
  • Kind kan overkomen als erg stil of snel boos
  • Woordvindingsproblemen
Wat kunnen we er aan doen?

Wat kunnen we er aan doen?

  • Tijd geven voor verwerken en uiten van taal
  • Taalstimulering thuis, voorlezen, hardop vertellen wat je doet
  • Behandeling voor spraak, woordenschat, zinsbouw en verhaalopbouw
  • Ondersteuning op school bij sociale contacten en voor vakken waarbij het kind moeite heeft met talige instructies
  • Succes ervaringen opdoen, benoemen wat goed gaat
Wat betekent het nu en voor de toekomst?

Wat betekent het nu en voor de toekomst?

  • TOS heeft een diepe invloed op leren, communicatie/participatie en gedrag
    – Leren: ons onderwijs is zeer talig, denk maar aan instructie, zaakvakken, leren lezen, begrijpend lezen, redactiesommen, maar ook aan overleggen en presenteren
    – Communicatie: taal is een enorm belangrijk voertuig voor communicatie, je moet voldoende kunnen begrijpen en begrepen worden om goed in de maatschappij te kunnen participeren en functioneren
    – Gedrag: de twee uitersten in gedrag zijn enerzijds teruggetrokken en anderzijds agressief/acting-out gedrag. Kinderen kunnen niet goed meedoen, of begrijpen de wereld om hen heen onvoldoende. Dat leidt vaak tot dit teruggetrokken of agressieve gedrag, en gevoelens van onzekerheid en faalangst
  • Het is goed om de taalproblemen vroeg te onderkennen en aan te pakken. Dat geeft de meeste kans op herstel.
  • Volgens diverse studies gaan taalproblemen niet meer over als kinderen op een leeftijd van zes á zeven jaar nog problemen hebben.
  • De prognose van kinderen met ernstige taalbegripsproblemen en/of een laag non-verbaal IQ is slecht.
  • De aard van de problematiek kan verschuiven: de spraakproblemen zijn meestal goed te behandelen, werkwoordsvervoegingen worden vaak wel op latere leeftijd toch nog geleerd (rond de puberteit), oudere kinderen houden vaak moeite met complexe samengestelde zinnen, lidwoorden, correct gebruik van ‘er’, verhaalopbouw, pragmatiek
  • Geregeld zien we een schijnbaar herstel: de taalstoornis lijkt opgelost, maar kinderen krijgen opnieuw problemen bij het leren van vreemde talen of bij de toename van hoeveelheid en complexiteit van lesstof (op de middelbare school)
  • Maar ook oudere kinderen met TOS profiteren nog steeds van taaltherapie.
  • Kinderen/adolescenten met TOS hebben vaak blijvende ondersteuning nodig vanuit de omgeving: de kinderen met een goed sociaal netwerk (gezin, vrienden) hebben de meeste kans op het vinden van werken het hebben van vriendschaps- en liefdesrelaties.

Literatuur

Burger, E., van de Wetering, M., van Weerdenburg, M. (2012). Kinderen met specifieke taalstoornissen: (be)handelen en begeleiden in zorg en onderwijs
Gerrits, E., Beers, M.  Bruinsma, G. (2017). Handboek taalontwikkelingsstoornissen
Julien, M. (2013) Taalstoornissen bij meertalige kinderen: diagnose en behandeling
Manders, E., den Bal, C., van den Heuvel, E. (2013). Taalontwikkelingsstoornissen: fenomenen, onderzoek en behandeling
Compilatie: Dr. Rob Zwitserlood, onderzoeker Auris Ondersteunende Diensten, 2017